sluizen

In jachthavens en havenkroegen is het passeren van sluizen veelbesproken. In het drukke zomerseizoen spelen zich regelmatig chaotische taferelen af die voor de buitenstaander voer voor komische kroegverhalen opleveren. Het is ook geen wonder dat het vaak (bijna) mis gaat, want een sluis invaren kan behoorlijk moeilijk zijn als er veel schepen zijn en er een flinke zijwind staat. Ongeoefende schippers hebben nu eenmaal iets meer tijd nodig. En om een moeilijke situatie verder te compliceren zijn er vaak ook schepen met haantjesgedrag.

Een sluis passeren heet 'schutten' en een groep schepen (of een enkel schip) die tegelijkertijd door de sluis gaan, is een 'schutting'. Laten we het schutten van begin tot einde doornemen.

Naderen van een sluis

schuttenBij het naderen van een sluis let je op de volgende zaken:

De kleur van het 'stoplicht'. Als je de sluis nog niet in mag varen (rood licht) ga dan niet in het midden van het vaarwater wachten tot de sluis voor je opent. Je ligt dan in de weg voor de uitkomende vaart. Als je marifoon aan boord hebt, kan je contact zoeken met de sluismeester om je te melden en om te weten wanneer je aan de beurt bent. Als het licht op groen staat mag je de sluis in varen.

Eerder had je al aan beide zijden van het schip stootwillen opgehangen en landvasten klaargemaakt. Je bent verplicht om te zorgen dat het anker goed geborgd aan boord is.

Als je moet wachten leg je het schip aan de wachtplaats, vaak een steiger ("remming") en wacht tot het licht van de sluis groen is. Je mag alleen aan de remming liggen als het je bedoeling is om te schutten en je mag daar (of in de sluis) geen brandstof innemen. Vaak staat met borden aangegeven waar pleziervaart dient te wachten. Soms zal er op de remming een intercom zijn om je bij de sluismeester te melden. Als de sluismeester je instructies geeft ben je verplicht om die op te volgen. Vaak is er geen intercom en kom je vanzelf aan de beurt voor een schutting. Let gewoon op wanneer het licht groen wordt. Op de remming mag je niet voorbij het zogenaamde 'stopbord' varen.

De sluis invaren

schutten2Als de schepen die aan het schutten waren allemaal uit de sluiskolk zijn gevaren, zullen de lichten aan jouw zijde op groen gaan, en mogen schepen de sluis invaren. Pleziervaart gaat op volgorde van aankomst de sluis in maar beroepsvaart heeft voorrang. Om daarover verwarring te voorkomen, zal de sluismeester regelmatig m.b.v. marifoon met de beroepsvaart afspreken dat zij door het rode licht mogen varen. Beroepsvaart krijgt voorrang omdat zij een commercieel belang hebben maar ook omdat dat veiliger is: stel je voor dat jij met een zeiljacht als eerste de sluis ingaat en dat de binnenvaarder die na jou komt te laat gas achteruit geeft...

Als het druk is en er geen plek meer voor je is in deze schutting, doe je er goed aan het schip op de remming dichter bij de sluis te leggen. Dan is de volgorde voor de volgende schutting duidelijk.

Vaar al voor je de sluis invaart in het verlengde van het midden van de sluiskolk, zodat je de situatie in de sluis kan overzien en ruim van tevoren kan beslissen waar je het beste kan liggen. Leg in de sluis aan op een voorspring of achterspring en zorg er voor dat er zo veel mogelijk schepen in de sluis passen door goed aan te sluiten. Twee tot drie meter tussenruimte is echt voldoende. Maar houd wat ruimer afstand van beroepsvaart i.v.m. hun schroefwater.

Let goed op schroefwater van beroepsvaart: beroepsvaart heeft vaak wat langer nodig om alle landvasten te bevestigen en zal met het roer dwars gas blijven geven. Er staat dan een flinke stroming schuin op jouw vaarrichting.

De landvasten maak je vast aan bolders of aan verhaalpotten: uitsparingen in de sluismuur waar je een landvast door kan halen. Afhankelijk van de plek waar je wilt liggen en de beschikbare verhaalpotten, kan je er voor kiezen om met een voortros en een achtertros twee verhaalpotten te gebruiken of je kan één verhaalpot gebruiken waar zowel de voorspring als de achterspring door gaan.

Als het hard waait zal je met wat meer vaart de sluis inkomen. Het is dan verstandig om iets meer afstand te nemen tot het schip voor je en door een eerdere verhaalpot een achtertros te maken. Als je dan eenmaal stilligt, kan je door de tros te vieren op een gecontroleerde manier langs de sluismuur naar voren varen om goed aan te sluiten. Als de sluismuren hoog zijn kan je last hebben van valwind: als de harde wind van opzij inkomt kan deze tegen de sluiswand weerkaatsen, waardoor in de sluis zelf de windrichting tegengesteld aan de eigenlijke windrichting is. Heel lastig als dat gebeurt en een van de redenen om te zorgen dat je voorbereid bent om aan beide zijden aan te meren.

Nabij de sluisdeuren is op de sluismuur een "stopstreep" aangebracht. Dat is meestal een rood-wit geblokte streep. Je mag niet tussen de stopstreep en de deuren liggen omdat je dan mogelijk klem komt te zitten tussen sluismuur en de bewegende deuren.

Let er op dat het waterniveau flink kan veranderen. Zorg er voor dat je landvasten niet te los komen te hangen en vooral: zorg dat je schip niet aan je landvasten uit het water komt te hangen.

Je kan de sluis verlaten wanneer opnieuw een groen licht wordt gegeven. Dat gebeurt in principe ook op volgorde, al kunnen daar onderlinge afspraken over worden gemaakt. Beroepsvaart die voor je ligt kan bij het wegvaren flink wat schroefwater veroorzaken. Anticipeer daarop door in ieder geval een voortros te hebben.

 

Schutten van zoet naar zout

zoet-zoutIn sluizen die een verbinding zijn tussen zee en binnenwateren staat in de sluiskolk een stroming, die wordt veroorzaakt doordat zout water zwaarder is dan zoet water.

Dit is het makkelijkste uit te leggen met een praktijkvoorbeeld: Jij vaart met een schip op het Noordzeekanaal van Amsterdam richting zee. Bij het naderen van de sluis in IJmuiden zie je dat de laatste schepen van de vorige schutting uit de sluis aan het varen zijn en jij bent als eerste aan de beurt om de sluis in te varen.

In de sluis is nu nog vrij veel zout water aanwezig (de schutting kwam immers van zee). Dit zoute water stroomt het zoete Noordzeekanaal in en omdat het zoute water zwaarder is, stroomt het vlak boven de bodem. Daardoor ontstaat een waterverlaging in de sluis en zal aan de oppervlakte zoet water uit het kanaal de sluis in stromen.

In die stroming moet jij dan de sluis in varen en dat kan dus onbedoeld met een behoorlijk vaartje gaan. Bovendien moet je dan aanmeren met de stroom van achteren. Weet je nog hoe dat moest? Leg in deze situatie altijd met een achtertros aan.

Bij het verlaten van de sluis is er ook stroming: zout water uit de haven van IJmuiden stroomt onder het zoete water in de sluis. Het zoete water in de sluis zal dan aan de oppervlakte de sluis uitstromen. En jij moet met de stroom van achteren de sluis uit manoeuvreren.

Als je van zout naar zoet de sluis passeert heb je uiteraard in de sluis de stroming tegen. En we hebben eerder al besproken dat manoeuvreren met stroming van voren juist makkelijker is.

Schutten met groot verval

Bij sommige sluizen ga je ver omhoog of omlaag omdat de waterstanden aan weerszijde van de sluis erg verschillen. Dit verschil noem je het verval. Je komt dit met name tegen bij sluizen die binnenwateren en getijdewateren (zee) verbinden, op rivieren en in sommige polders. In dergelijke sluizen met een groot verval moet je extra aandacht hebben voor een paar zaken:

  • Het tempo waarmee je omhoog of omlaag gaat is vaak erg groot. Om nu te voorkomen dat je schip aan de landvasten blijft hangen moet je tijdens het schutten telkens je landvasten op een hogere of lagere bolder vastmaken. Sluizen met een groot verval hebben verhaalpotten die onder elkaar zijn geplaatst. Zorg er voor dat je zowel op het voorschip als het achterschip twee landvasten paraat hebt en gebruik telkens 1 landvast om het schip mee vast te maken terwijl je de andere landvast om de 'volgende' verhaalpot legt. Stuivertje wisselen met landvasten zogezegd.
  • Als je in de sluis omhoog gaat komt het water vaak met grote snelheid in de sluis waardoor er een harde, kolkende stroming kan staan. Zorg er voor dat je bemanning hier op voorbereid is en maak gebruik van zowel een achtertros als een voortros.

 

button volgende