overige reglementen

Het Rijnvaart Politie Reglement (RPR)

Je bent niet verplicht een exemplaar van het RPR aan boord te hebben, noch hoef je het hele reglement te kennen. De belangrijkste verschillen met het BPR worden hier opgesomd. De verschillen komen voort uit de drukke beroepsvaart in het RPR gebied, waardoor kleine schepen minder rechten hebben dan in het BPR gebied.

Het RPR is van toepassing op de (Boven- en Neder-) Rijn, de Lek, de Waal en het Pannerdensch kanaal. Bovendien op alle daaraan grenzende havens, laad- en losplaatsen en recreatieplassen

Klein wijkt altijd voor groot, ook in engten en ook voor snelle schepen.

Kleine schepen mogen geen mistseinen geven en bij slecht zicht mag alleen met een type-goedgekeurde radar worden gevaren. Waardoor kleine schepen in de praktijk niet met slecht zicht mogen varen.

 

Er zijn een aantal verschillen met betrekking tot de leeftijdseisen van bestuurders van vaartuigen:

Categorie

BPR

RPR

Algemeen

16

16

Roeiboot, kano en dergelijke

-

-

Open motorboot k;einer dan 7 meter en langzamer dan 13 km/uur

-

16

Klein zeilschip groter dan 7 meter

16

-

Snelle motorboot

18

18

 

Schepen korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur moeten top-, hek- en boordlichten voeren. In het BPR wordt volstaan met een rondomschijnend wit licht.

In het RPR mogen alle kleine zeilschepen een rondom schijnend wit licht voeren en bij nadering een tweede wit licht tonen. In het BPR geldt dat alleen voor zeilschepen kleiner dan 7 meter.

Een 'alleen varende bijboot' hoeft geen licht te voeren maar moet bij naderen van een ander schip wel direct een licht tonen.

Drijvende werktuigen met een vrije en onvrije zijde mogen aan de vrije zijde een wit-groen en verticaal gestreept bord tonen. aan de onvrije zijde mogen ze een wit-rood en horizontaal gestreept bord tonen. In het BPR is dit twee groene kegels boven elkaar aan de vrije zijde en een rode bol aan de onvrije zijde (zie volgend cursusdeel).

Het Scheepvaart reglement Kanaal van gent naar Terneuzen (SRKGT)

Je hoeft van het SRKGT alleen te weten dat het bestaat en waar het van toepassing is. Dit reglement geldt op genoemd kanaal en zijkanalen, vanaf de grens met Belgie tot en met de havenhoofden van de buitenhaven van Terneuzen. 

De Binnenvaartwet

De Binnenvaartwet vervangt per 1 juli 2009 de Binnenschepenwet en is gekoppeld aan Europese richtlijnen en regelgeving.

De nieuwe regels hebben vooral betrekking op de eisen die worden gesteld aan de technische uitrusting van binnenvaartschepen en vaarbewijzen.

De Nederlandse vaarbewijzen zijn:

Het Groot vaarbewijs voor:

  • Alle schepen langer dan 40 meter
  • Passagiersschepen en veerponten die meer dan 12 passagiers vervoeren
  • Sleepboten en duwboten die bedrijfsmatig schepen langer dan 20 meter vervoeren

Het Beperkt Groot vaarbewijs voor:

  • Schepen tussen 20 en 40 meter die gebruikt worden voor bedrijfsmatig vervoer
  • Pleziervaartuigen met een lengte tussen 25 en 40 meter

Het Beperkt Groot Pleziervaartbewijs:

Eigenaren van pleziervaartuigen tussen 25 en 40 meter kunnen een ontheffing krijgen voor het Beperkt Groot vaarbewijs als zij beschikken over het Beperkt Groot Pleziervaartbewijs. De exameneisen zijn lichter en er is geen verplichte drie jaar vaartijd. Het examen bestaat uit een theorie deel en een praktijk examen.

Het Klein vaarbewijs voor:

  • Pleziervaartuigen die sneller dan 20 km/uur kunnen varen
  • Pleziervaartuigen tussen 15 en 25 meter lengte
  • Schepen met een lengte tussen 15 en 20 meter die bedrijfsmatig worden gebruikt

Het zeilbewijs voor:

  • Zeilende beroepsvaart

Het Schipper Rondvaartboot voor:

  • Schippers van rondvaartboten die alleen in een bepaald gebied mogen varen (bijvoorbeeld Amsterdam)

Voor het verkrijgen van een vaarbewijs is een medische keuring verplicht (met uitzondering voor het Klein vaarbewijs, waar wordt volstaan met een 'eigen verklaring').

Het vaarbewijs is geldig tot het 70e levensjaar, waarna elke vijf jaar een nieuw vaarbewijs moet worden aangevraagd.

Wetboek van Koophandel

In het Wetboek van Koophandel staat maar een artikel dat relevant is:

De schipper is verplicht aan personen die in nood verkeren, zeker als zijn eigen schip daarbij betrokken is, zo goed mogelijk hulp te verlenen maar zonder je eigen schip of opvarenden in gevaar te brengen.

De schipper is verplicht om in geval van een aanvaring een aantal gegevens te verstrekken: naam en thuishaven van het schip, plaats van oorsprong en bestemming van het schip.

 

itemlogo

 

 

Toets je kennis van de voorrangsregels (BPR), het RPR, SRKGT en andere wettenvoorrangsregels

 

button volgende